persoonlijkheidsstoornis

enkelvoud meervoud
naamwoord persoonlijkheidsstoornis persoonlijkheidsstoornissen
verkleinwoord - -


  • per·soon·lijk·heids·stoor·nis

de persoonlijkheidsstoornisv

  1. (psychologie) (medisch) stoornis in de persoonlijkheid die normaal functioneren hindert
    • 'Ik geloof met honderd procent zekerheid dat Trump voldoet aan de criteria van een onbehandelbare persoonlijkheidsstoornis' [1] 
  NODES