rev
- rev
- Zelfstandig naamwoord [A]: afkomstig van het Oudnoorse naamwoord refr
- Zelfstandig naamwoord [B]+[C]: afkomstig van het Oudnoorse naamwoord rif
Naar frequentie | 3561 |
---|
Betekenis: scheuren, raspen, wrijven, branden, bijten, afbreken
rev
- verleden tijd van rive
Betekenis: fuiven
rev
- verleden tijd van rive
[A] | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | rev | reven | rever | revene |
genitief | revs | revens | revers | revenes |
[A] rev, m
- (roofdieren) vos, Vulpini
- vos (de sprookjesfiguur Reinaert de vos)
- (figuurlijk) een sluwe vos, goochemerd, leperd
- [1]: (wetenschappelijk) Canidae
|
- [3]: bedrager
- [3]: en listig rev
een sluwe vos
- [3]: en gammel rev
een oude rot
- [3]: ha en rev bak øret
sluw zijn, slinks zijn, een leperd zijn (letterlijk: een vos achter het oor hebben)
[B]+[C] | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | rev | revet | rev | reva revene |
genitief | revs | revets | revs | revas revenes |
[B] rev, o
[C] rev, o
- (scheepvaart) reef (een smalle strook zeil)
- (figuurlijk) in de uitdrukking "ta rev i seilene"
- [1]: ta rev i seilene
een reef nemen
- [2]: ta rev i seilene
voorzichtiger te werk gaan, zich inbinden, zich matigen
- rev
- Zelfstandig naamwoord [A]: afkomstig van het Oudnoorse naamwoord refr
- Zelfstandig naamwoord [B]+[C]: afkomstig van het Oudnoorse naamwoord rif
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | rev | reven | revar | revane |
rev, m
- (roofdieren) vos, Vulpini
- vos (de sprookjesfiguur Reinaert de vos)
- (figuurlijk) een sluwe vos, goochemerd, leperd
- [1]: (wetenschappelijk) Canidae
|
- [3]: begragar
- [3]: ein listig rev
een sluwe vos
- [3]: ein gammal rev
een oude rot
- [3]: ha ein rev bak øyra
sluw zijn, slinks zijn, een leperd zijn (letterlijk: een vos achter het oor hebben)
[B]+[C] | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | rev | revet | rev | reva revene |
[B] rev, o
[C] rev, o
- (scheepvaart) reef (een smalle strook zeil)
- (figuurlijk) in de uitdrukking "ta rev i segla"
- [1]: ta rev i segla
een reef nemen
- [2]: ta rev i segla
voorzichtiger te werk gaan, zich inbinden, zich matigen