soundbite
- sound·bite
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘kort geluidsfragment’ voor het eerst aangetroffen in 1996 [1]
- uit he Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | soundbite | soundbites |
verkleinwoord |
de soundbite m
- kort geluidsfragment
- markant citaat, een nieuwswaardige melding, bestaande uit niet veel meer dan één of twee zinnen die gemakkelijk beklijft en die gevatheid toont
- ‘Ik heb geen leuke soundbite voor je’, zegt Thurman ‘Omdat ik geleerd heb dat als ik dingen zeg wanneer ik kwaad ben, ik spijt krijg van de manier waarop me ik me uitte. Daarom wacht, tot ik minder kwaad ben. En als ik er klaar voor ben, zal ik zeggen wat ik te zeggen heb.’ [3]
- ls het om politiek entertainment gaat, zijn Amerikaanse presidentsverkiezingen kampioen. Buitenlanders volgen de race om te bepalen wie het beste in staat is om de VS - en, tot zekere hoogte, de wereld - te leiden. Maar in Amerika regeert het entertainment en Amerikanen richten hun aandacht vooral op de opwinding: wie ziet er beter uit, wie heeft de beste soundbite, een 'authentiek' uiterlijk, etc. [4]
- gevleugelde uitdrukking
1. kort geluidsfragment
- Het woord soundbite staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "soundbite" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "soundbite" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ soundbite op website: Etymologiebank.nl
- ↑ de Standaard 06/november/2017 door mg
- ↑ Volkskrant 27 januari 2016,
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be