speed
- speed
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘drugs’ voor het eerst aangetroffen in 1970 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speed | - |
verkleinwoord | - | - |
de speed m
- (informeel) (scheikunde) drug met een stimulerende werking meestal amfetamine
- snelheid
- [2] speedgarage, speedmetal
- Het woord speed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "speed" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "speed" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ speed op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: speed (US) (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud |
---|---|
speed | speeds |
speed
speed
- (spreektaal) gestresst, opgefokt, speedy
- «Le chirurgien m’a paru trop speed, j’ai voulu annuler l’opération.»
- De chirurg leek me te gestresst, ik wilde de operatie annuleren. [1]
- «Le chirurgien m’a paru trop speed, j’ai voulu annuler l’opération.»