strogeel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  strogeel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• stro·geel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  stro  en  geel 

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	strogeel	strogeler	strogeelst
verbogen	strogele	strogelere	strogeelste
partitief	strogeels	strogelers	-

Bijvoeglijk naamwoord

strogeel

1. met een gele kleur die lijkt op de kleur van stro

   • Hij wilde een strogele auto, maar die kleur kon hij niet uitkiezen. 

Vertalingen

    1. met een gele kleur die lijkt op de kleur van stro   

Duits: strohgelb (de) Engels: straw yellow (en) Frans: jaune de paille (fr)

Papiaments: hel kabana Spaans: amarillo pajizo (es)

Gangbaarheid

• Het woord strogeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strogeel" herkend door:

76 %	van de Nederlanders;
86 %	van de Vlamingen.