tarzan
  • tar·zan
enkelvoud meervoud
naamwoord tarzan tarzans
verkleinwoord

de tarzanm

  1. een mooie, stoere, sterke man, die vernoemd is naar de film- en romanfiguur Tarzan
    • Internazionale-spits Mauro Icardi (25) werd het afgelopen seizoen topscorer van de Serie A met 29 doelpunten, maar werd niet opgeroepen voor de Argentijnse ploeg voor het WK in Rusland. De teleurstelling heeft hij inmiddels achter zich gelaten en samen met zijn vrouw Wanda maakt hij er een mooie zomer van. Eerst op safari in Afrika, nu op witte stranden van de Seychellen. Wanda is blij met haar Tarzan. [2] 
    • Kuipers merkte dat de stormwind vat kreeg op het schuifdak van zijn lege oplegger. „Ineens hoorde ik: Plof. In de buitenspiegel zag ik dat het zeil aan de zijkant bol ging staan.” Eenmaal geparkeerd nabij de snelweg klom de trucker „als een tarzan” naar boven om het schuifdak met spanbanden enigszins vast te krijgen. [3] 
  NODES
INTERN 1