• tint
enkelvoud meervoud
naamwoord tint tinten
verkleinwoord tintje tintjes

de tintv / m

  1. variatie van een kleur die ontstaat door die lichter of donkerder te maken
  2. mate waarin een beeld een lichte of juist donker indruk maakt
  3. (figuurlijk) heel geringe indruk, lichte graad
  4. kleur van het uiterlijk
  5. variatie van een kleur die ontstaat door verschil in golflengte (bij beschrijving kleuren binnen een kleurruimte; deze betekenis wijkt af van die in het traditionele spraakgebruik)
  6. (figuurlijk) bepaalde ideologische invalshoek
  • Bij de figuurlijke betekenissen wordt meestal het verkleinwoord gebruikt.
enkelvoud meervoud
naamwoord tint -
verkleinwoord - -

de tintm

  1. donkerrode Spaanse wijn van de tintodruif
vervoeging van
tinten

tint

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van tinten
  2. gebiedende wijs van tinten
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[6]
  NODES