toets
- toets
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toets | toetsen |
verkleinwoord | toetsje | toetsjes |
de toets m
- (muziek) een knop op zekere muziekinstrumenten die een mechaniek in werking stelt om een bepaalde toon voort te brengen
- (muziek) deel van de hals van zekere snareninstrumenten waartegen een snaar afgeklemd wordt om de toonhoogte van de snaar te veranderen
- een knop op het bedieningspaneel van een schrijfmachine of computer die het mogelijk maakt een symbool in te typen
- (onderwijs) een al of niet gestandaardiseerde controle om te bewijzen dat een lerende heeft voldaan aan de gestelde leerdoelen
- een test of onderzoek
- De toets van onze vooruitgang is niet hoeveel rijker we de rijken maken, maar of we de minder bedeelden van de samenleving genoeg kunnen bieden (Franklin D. Roosevelt)
-
[1] Een toets op de piano wordt met een vinger aangeslagen.
-
[4] Een cito eindtoets basisonderwijs
- [4] examen
|
- toetsaanslag, toetsbaar, toetsenbord, toetsenist, toetsenman, toetsing, toetsinstrument, toetsnaald, toetssteen, toetstelefoon
1. onderdeel van een klavier
3. een knop op het bedieningspaneel van een schrijfmachine of computer die het mogelijk maakt een symbool in te typen
vervoeging van |
---|
toetsen |
toets
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toetsen
- Ik toets.
- gebiedende wijs van toetsen
- Toets!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toetsen
- Toets je?
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord toets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toets" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "toets" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ toets op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be