• to·po·niem
  • Afgeleid van het Griekse woord τόπος (tópos, oord) met het achtervoegsel -oniem
enkelvoud meervoud
naamwoord toponiem toponiemen
verkleinwoord toponiempje toponiempjes

het toponiemo

  1. een eigennaam die een geografisch begrip benoemt
53 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  NODES