ultiem
- ul·tiem
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uiterst, laatst’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1921 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ultiem | ultiemer | ultiemst |
verbogen | ultieme | ultiemere | ultiemste |
partitief | ultiems | ultiemers | - |
ultiem
- het extreemst, uiterst, allerlaatst in een ontwikkeling
- Dat is het ultieme voorbeeld van van een commerciële haven.
- Het oudheidkundig museum was toen niet langer het belangrijkste opgravingsinstituut in Nederland. Die rol was overgenomen door de nieuwe Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Het was de ultieme overwinning voor Van Giffen die directeur van die dienst was geworden. [2]
- Het was niet goed, het was zenuwslopend, maar FC Twente is terug in de eredivisie. Omdat de enige overgebleven concurrent Sparta onderuit ging bij Jong PSV, was een punt tegen Jong AZ voldoende. De mooiste 0-0 van het seizoen voelde als de meest glorieuze zege. De ultieme bevrijding. [3]
- Het woord ultiem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ultiem" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "ultiem" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ NRC Theo Toebosch 11 mei 2018 Rijksmuseum van Oudheden: 200 jaar graven naar schatten in de grond
- ↑ Tubantia Leon ten Voorde 22-04-19 FC Twente heeft de titel binnen na remise
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be