veranda
- ve·ran·da
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘uitgebouwde galerij’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1827 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veranda | veranda's |
verkleinwoord | verandaatje | verandaatjes |
- (bouwkunde) uitbouw van een woning die open is of met glas gesloten.
- ▸ Dit alles schonk hem een moeilijk uit te leggen innerlijke vrede, ook wanneer hij zich 's ochtends voor de gebarsten spiegel schoor in het schijnsel van de petroleumlamp of in zijn wolfshuid de veranda op stapte en diep door zijn neus inademde.[2]
- ▸ Hij leidde zijn gasten door het houten paleis, langs grote open fornuizen, over gemeubileerde gezelschapskamers en een grote glazen veranda op die niet meer dan vijftig meter van het strand was.[3]
- Het woord veranda staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veranda" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "veranda" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628265
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ve·ran·da