vereniging
- Geluid: vereniging (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈenəˌɡɪŋ / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /və.ˈre.nə.χɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /və.ˈre.nə.ɣɪŋ/
- (Limburg): /vər.ˈe.ni.ɣɪŋ(g)/
- ver·eni·ging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vereniging | verenigingen |
verkleinwoord | verenigingetje | verenigingetjes |
de vereniging v
- (juridisch) vrijwillige groepering van personen (leden), met of zonder rechtspersoonlijkheid, die gericht is op een bepaald doel en met een bestuur aan het hoofd
- Hij had zich aangesloten bij een vereniging voor fotografie.
- ▸ Op 8 en 9 juli moeten zij zich verantwoorden in de rechtbank in Almelo. Het twintigtal wordt verdacht van openlijke geweldpleging in vereniging. Voor zeven van hen komt daar ook een beschuldiging van poging tot zware mishandeling bij.[1]
- samenvoeging van een aantal zaken of samenkomst van een aantal personen
- (wiskunde) een operatie die twee of meer verzamelingen samenvoegt
- (oude spelling) vereeniging
- [1] club
- [1] associatie, genootschap, gezelschap, instelling, kring, liga, sociëteit
- [2] eenwording
1. groepering van mensen die op een bepaald doel gericht is
3. een operatie die twee of meer verzamelingen samenvoegt
- Het woord vereniging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vereniging" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “OM vervolgt twintig verdachten voor rellen FC Twente-Hammarby” (24 juni 2024), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be