• ver·stik·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verstikken
verstikte
verstikt
zwak -t volledig

verstikken

  1. overgankelijk doen stikken, door verstikking doden
    • Het gas in de ruimte verstikte hem. 
  2. overgankelijk (figuurlijk) door te weinig bewegingsruimte krijgen niet meer optimaal kunnen leven of ontplooien
     Hoe kan de eikenboom groeien naast de cipres als ze te dicht tegen elkaar aan staan? Hoe kunnen twee mensen in een lange relatie gelukkig blijven en niet verstikken in elkaars schaduw? Ruimte is soms nodig om je als persoon te ontwikkelen.[1]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  NODES