wegversperring
- weg·ver·sper·ring
- samenstelling van weg en versperring [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegversperring | wegversperringen |
verkleinwoord |
de wegversperring v
- iets wat wordt gebruikt om de doorgang op een weg te belemmeren
- De omgevallen vrachtauto was een wegversperring die pas later op de dag kon worden weggenomen.
- De stakende boeren hadden een wegversperring gemaakt met melkbussen.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord wegversperring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.