weigeren
- wei·ge·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
weigeren |
weigerde |
geweigerd |
zwak -d | volledig |
weigeren [3]
- overgankelijk niet voldoen aan een verzoek of opdracht
- Zij weigerden om dat te doen.
- weigeraar, weigerachtig, weigerambtenaar, weigerig, weigering, weigerlijk, weigeroma, weigerurologe, weigeruroloog, weigeryup
- Het vragen staat vrij, maar 't weigeren er bij
1. niet voldoen aan een verzoek of opdracht
- Het woord weigeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weigeren" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "weigeren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ weigeren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be