• wei·ge·ren
  • In de betekenis van ‘afwijzen’ voor het eerst aangetroffen in 1289 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
weigeren
weigerde
geweigerd
zwak -d volledig

weigeren [3]

  1. overgankelijk niet voldoen aan een verzoek of opdracht
    • Zij weigerden om dat te doen. 
  • Het vragen staat vrij, maar 't weigeren er bij
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]
  NODES