• wel·zijn
enkelvoud meervoud
naamwoord welzijn -
verkleinwoord - -

het welzijno

  1. (economie) wanneer een individu of maatschappij zich in een goede toestand bevindt op het gebied van gezondheid, geluk en/of voorspoed
    • In België is er een veel groter sociaal welzijn dan in Zuid-Amerika. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  NODES