• zuid·oos·ten
enkelvoud meervoud
naamwoord zuidoosten -
verkleinwoord - -

het zuidoosteno

  1. de windstreek die 45° ten oosten van het zuiden ligt
     En ook na de duur betaalde vrede, die de dappere Finnen Karelië en grote gebieden in het zuidoosten hadden gekost, was er niet veel om over te discussiëren.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  NODES