Willem Frijhoff (1942–2024)
Author of Geschiedenis van Amsterdam. Dl. 2,2: Zelfbewuste stadstaat, 1650-1813
About the Author
Series
Works by Willem Frijhoff
Geschiedenis van Amsterdam. Dl. 2,1: Centrum van de wereld : 1578-1650 (2004) — Editor — 26 copies, 1 review
De mist van de geschiedenis over herinneren, vergeten en het historisch geheugen van de samenleving (2011) 8 copies, 1 review
Multilingualism, nationhood, and cultural identity : Northern Europe 16th-19th centuries (2017) 4 copies
Erasmus of Rotterdam : the man and the scholar : proceedings of the symposium held at the Erasmus University,… (1988) — Editor — 3 copies
De Gouden Eeuw 1 copy
Associated Works
Transatlantic Pieties: Dutch Clergy in Colonial America (The Historical Series of the Reformed Church in America… (2013) — Contributor — 8 copies
De doorwerking van de Moderne Devotie, Windesheim 1387-1987 voordrachten gehouden tijdens het Windesheim symposium,… (1988) — Contributor — 4 copies
Groniek. - 151: Pre-koloniaal Afrika — Contributor — 1 copy
Etudiants de l'exil. Migrations internationales et universités refuges, XVIe-XXe s. (2010) — Contributor — 1 copy
Tagged
Common Knowledge
- Legal name
- Frijhoff, Wilhelmus Theodorus Maria
- Other names
- Frijhoff, W. Th. M.
- Birthdate
- 1942-05-31
- Date of death
- 2024-04-05
- Gender
- male
- Nationality
- Netherlands
- Birthplace
- Zutphen, Netherlands
- Place of death
- Rotterdam, Netherlands
- Places of residence
- Rotterdam, Netherlands
- Education
- University of Tilburg
Sorbonne
School for Advanced Studies in the Social Sciences - Occupations
- historian
- Organizations
- Free University of Amsterdam
Erasmus University Rotterdam
Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences
School for Advanced Studies in the Social Sciences - Awards and honors
- Honorary Doctorate (University of Mons-Hainaut, 1998)
Knight of the National Order of Merit (France)
Officer in the Order of Orange-Nassau
Members
Reviews
You May Also Like
Associated Authors
Statistics
- Works
- 29
- Also by
- 9
- Members
- 198
- Popularity
- #110,929
- Rating
- 3.7
- Reviews
- 6
- ISBNs
- 42
- Languages
- 4
- Favorited
- 1
Het werk staat onder redactie van Willem Frijhoff. Hij is emeritus-hoogleraar moderne geschiedenis en hoogleraar cultuurgeschiedenis. Mederedacteuren zijn Catherine Secretan, onderzoekster aan het Centre national de la recherche scientifique te Parijs en Andreas Nijenhuis-Bescher, hoogleraar Dutch Area Studies. Verder zijn er voor vele lemma’s gastbijdragen van talloze specialisten.
Eerst de koe maar eens bij de hoorns gevat, want het begrip Gouden Eeuw is een tikje beladen sinds het Amsterdams Museum heeft aangegeven de term niet meer te zullen gebruiken, omdat die eeuw immers lang niet voor iedereen goudomrand was. Natuurlijk zit daar een kern van waarheid in en deze uitgave wijdt er een apart lemma aan. Daaruit blijkt dat de museale kritiek op het begrip de recente ontwikkelingen tussen historici weerspiegelt. Het begrip Gouden Eeuw is desondanks een herkenbaar uithangbord voor musea en publicaties. Het begrip werd al gebruikt in de zeventiende eeuw en is voor deze publicatie ook gehandhaafd, zij het uiteraard met de nodige aandacht voor de schaduwkanten van die periode, zoals blijkt uit lemma’s over onder meer de slavernij en de armoede.
Interessant is dan wel weer om te lezen dat armoede toendertijd een relatief begrip was;
Vroegmoderne samenlevingen waren sociaal gelaagd. Eer en aanzien bepaalden ieders plaats. Elke daling op die maatschappelijke ladder gold als ‘verval in armoede’. In de loop van de zeventiende eeuw ontstonden dan ook allerlei beursjes en fondsjes, gesticht en gefinancierd door specifieke beroepsgroepen, ten behoeve van de eigen leden en hun families die beneden hun stand dreigden te geraken ook wanneer dat niet direct tot gebrek leidde.
Als je een dergelijk overzichtswerk wil samenstellen over De Gouden Eeuw lijkt het me een opgave om de onderwerpen samen te stellen. Toch vind ik dat de redactie hier prima in is geslaagd. Je verwacht figuren als Willem van Oranje, Hugo de Groot, Johan van Oldebarnevelt, de gebroeders De Witt, Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Frans Hals, Joost van den Vondel, Pieter Cornelisz Hooft, Michiel de Ruyter, Maarten Tromp enzovoort. Maar die lijst is verre, verre van compleet. Het perpetuum mobile van Cornelis Drebbel, de filosofische conflicten van Antoine Arnauld, de geschriften van Daniel Jonctys die als één der eersten de martelpraktijken aanviel en de radicale vrijdenker Adriaan Koerbargh krijgen ook hun plaats.
Naast personen speelt topografie ook een belangrijke rol. Plaatsen als Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen en Brussel, maar ook Zutphen, Veere, Enkhuizen, Deventer, Goes, Oudewater en Harderwijk krijgen hun hoofdstuk, maar ook Malakka, Ceylon, Deshima en Suriname en ook hier is de lijst nog verre van compleet.
Ik houd ervan om dergelijke boeken helemaal te lezen. Je leest van onderwerp naar onderwerp en er staan onverwachte verhalen in. Een hoofdstuk over gezelschapsspellen bijvoorbeeld waarin staat dat ondanks, of juist dankzij de (niet altijd geweldige) historische banden met Spanje niet de Spaanse symbolen als bokalen, zwaarden, staven en munten de boventoon voerden, maar juist de Franse symbolen zoals daar zijn klaveren, schoppen, harten en ruiten.
Er zijn delen over geur en reuk, over wijn en wijnhandel, vermaak en buitenspelen, carillons, frugaliteit, overstromingen, plooierijen, moedernegotie en monarchomachen. Nee, ik had ook niet al die kennis voorhanden en ik heb aardig wat bijgeleerd. Over de schilderkunst bijvoorbeeld. Er komen talloze schilders voorbij, maar ook hun kunst zelf wordt uitgebreid beschreven. Zo ging de schilder Michiel Jansz van Mierevelt bijna industrieel te werk in zijn portretkunst;
Voor al zijn portretten gebruikte hij hetzelfde in stippellijnen uitgetekende silhouet als basis. Dit maakte het mogelijk om van tevoren de ruimte tussen de ogen te bepalen en de richting van het gezicht, onafhankelijk van het geslacht of de status van zijn model, aangezien ze over het algemeen als halffiguren werden afgebeeld en de handen niet in beeld kwamen. Door deze methode leken al zijn werken weliswaar op elkaar, maar het zorgde er ook voor dat hij kon voldoen aan de almaar groeiende vraag naar portretten, waarvan hij in Delft het monopolie had.
Er moest immers geld verdiend worden. Ook Jan van Goyen had het er druk mee. Om aan de vraag te voldoen en om er wat aan over te houden diende hij om de twee dagen een landschap af te hebben.
Zo bevat dit boek, of de twee banden, een overvloed aan feiten, kennis en weetjes. Het belang van de overwinning op Zutphen was zo belangrijk voor Lodewijk XIV, dat het stadswapen van Zutphen nu prijkt op het plafond van de Grande Galerie in Versailles. Ik wist het niet. Enige humor vindt u ook tussen al die feiten, zoals in het lemma Zondag (‘gereformeerde’ wijze van naleving van de sabbat), over het bijwonen van de kerkdiensten;
Er werd vaak vals gezongen en het was bovendien een ware kakofonie omdat elke kerkganger de vertaling en melodie van zijn eigen voorkeur volgde. Vanaf 1650 bracht het orgel – lang door dominees tegengehouden omdat orgelspel de gemeente te veel zou afleiden – wat orde in die kakofonie.
Omdat er zoveel auteurs aan deze uitgave hebben meegwerkt zijn doublures in de tekst af en toe onvermijdelijk, maar voor mij werkt die kracht van de herhaling wel. Zo weet ik nu dat Michiel de Ruyter niet per se de grootste held is van de tocht naar Chatham, waarbij het Engelse vlaggenschip werd buitgemaakt. De gebroeders Cornelis en Johan de Witt bedachten het plan (De Ruyter was aanvankelijk tegen maar Cornelis De Witt drukte het door). Verder staan er talloze prachtige afbeeldingen in het boek of landkaarten ter verduidelijking van de tekst.
Omdat ik veel geschiedenisboeken lees zal ik dit boek regelmatig uit de kast trekken om er nog eens een onderwerp bij te pakken. Deze verzorgde uitgave leent zich daar uitermate goed voor.… (more)